1. Missie en Visie
De Volkspartij voor Vrijheid en Democratie (VVD) wil een Nederland waar mensen de ruimte krijgen. De ruimte om iets buitengewoons te maken van hun leven. Om het leven niet zomaar voorbij te laten gaan, maar het juist met verve te leven.
De VVD gaat in het offensief tegen de terreur van de middelmaat. Vóór de hardwerkende Nederlander die vorm en inhoud wil geven aan de eigen toekomst. Vóór vakmensen als leraren, politieagenten en wie werkt in de verzorging. Vóór wie het lef heeft een eigen bedrijf te beginnen. De VVD wil er zijn voor ieder die iets van zijn of haar leven wil maken. Door mensen niet afhankelijk te maken van de overheid maar hen te helpen op eigen benen te staan. De VVD wil dat mensen achterstand en armoede ontstijgen en dat kan het beste door goed onderwijs.
De VVD is optimistisch. Over de toekomst, over de kansen van komende generaties. Over een sterk, toonaangevend Nederland in Europa en de wereld. Nederland heeft een rijke traditie van eigen initiatief, optimisme en durf. De Nederlandse droom is nauw verbonden met de liberale droom.
2. Vrijheid en Verantwoordelijkheid
De VVD is een liberale partij. Zij beschouwt de individuele vrijheid, zowel in geestelijk als in materieel opzicht, als het hoogste goed. Ieder mens heeft recht op vrijheid van meningsuiting en op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer, integriteit van het eigen lichaam en zelfbeschikking. Voorts beschouwt de VVD verantwoordelijkheid als het ethisch fundament onder een samenleving van vrije mensen. Vrijheid en verantwoordelijkheid zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. In vrijheid draagt ieder mens niet alleen de verantwoordelijkheid voor zichzelf, maar houdt hij ook rekening met de vrijheid van anderen, met de belangen van ouderen en toekomstige generaties en met de vrije samenleving als geheel.
Uit vrijheid en verantwoordelijkheid vloeien andere liberale beginselen voort: gelijkwaardigheid, verdraagzaamheid en sociale rechtvaardigheid. De VVD staat open voor iedereen die met haar de liberale beginselen deelt. Zij wil de plek zijn voor alle mensen die zich met rede en passie willen inzetten voor het vergroten van het liberale gehalte van de samenleving.
3. Het belang van onderwijs
Toegang tot hoogwaardig onderwijs is onontbeerlijk om het vrije individu maximaal in staat te stellen iets van zijn leven te maken. Het draagt bij aan eerlijke kansen voor iedereen. Ontwikkeling van kennis en vaardigheden van jongeren is van belang voor de toekomst en kansen van komende generaties. Onderwijs stimuleert het ontwikkelen van een eigen mening. Het daagt uit tot excelleren en is belangrijk voor een goed functionerende economie en arbeidsmarkt. Het biedt mensen de kans achterstand en armoede te ontstijgen. De overdracht van kennis en kunde is en blijft de eerste taak van het onderwijs. Toetsing van de kwaliteit door de overheid is noodzakelijk.
4. De hechte samenleving
De mens is een sociaal wezen. Het bezielend verband in onze samenleving wordt niet van bovenaf opgelegd, maar komt tot stand dankzij vrijwillige relaties tussen vrije mensen. Het staat elk mens vrij om de sociale relaties van zijn of haar keuze aan te gaan, net zoals het iedereen vrij staat weer uit die verbanden te treden.
Goed burgerschap houdt in dat een individu zich in zijn handelen rekenschap geeft van de cultuur en de bijbehorende normen van onze samenleving. De Nederlandse samenleving vindt haar oorsprong in de joods-christelijke traditie, het humanisme en de Verlichting. Deze beschavingsfundamenten vormen samen met de Nederlandse taal, de vaderlandse geschiedenis en de Grondwet de grondslag voor onze nationale identiteit. Liberalen kiezen voor het principe van de scheiding van kerk en staat.
Iedereen heeft de verantwoordelijkheid in zijn eigen levensonderhoud te voorzien. Wie daar niet in slaagt, kan een beroep doen op de overheid. Ondersteuning door de overheid is tijdelijk en is erop gericht dat mensen zo snel mogelijk weer aan het werk kunnen. Alleen diegenen die daartoe om dwingende fysieke of psychische redenen niet in staat zijn mogen rekenen op blijvende ondersteuning.
5. De rol van de staat
De VVD streeft naar een krachtige, kleine staat met gezonde overheidsfinanciën. Alleen taken die de samenleving van belang vindt en die niet of niet zelfstandig door individuen of groepen kunnen worden vervuld, behoort de overheid te stimuleren dan wel op zich te nemen. Het uitgangspunt is dat deze taken zo doeltreffend, zo doelmatig en zo dicht mogelijk bij de burger worden uitgevoerd. Belastingheffing is onvermijdelijk. Maar de belastingdruk wordt zo laag mogelijk gehouden, zodat hardwerkend Nederland zoveel mogelijk van het verdiende geld naar eigen keuze kan besteden.
Vertrouwen vormt het uitgangspunt in de omgang van de overheid met burgers. De overheid is dienstbaar aan de burgers en aan hun vrijheden. Doorgeschoten bureaucratie en bemoeizucht zijn een niet te onderschatten bedreiging voor de vrijheid van mensen. De burger heeft bij voorkeur met zo min mogelijk bestuurslagen tegelijk te maken.
Het bevorderen van de veiligheid van alle burgers, het handhaven van de openbare orde en het verdedigen van de democratische rechtsorde zijn kerntaken van de overheid. De staat heeft daartoe het geweldsmonopolie. Nederland dient een democratische rechtsstaat – gebaseerd op de scheiding der machten - te zijn en te blijven. Alleen in een rechtsstaat hebben alle burgers gelijke rechten en is een eerlijke rechtsgang verzekerd. De VVD hecht grote waarde aan de gelijkwaardigheid van man en vrouw, gelovige en niet-gelovige, blank en zwart, homo en hetero. Het individu beschikt over een aantal onvervreemdbare vrijheden die de staat niet mag aantasten.
De VVD staat voor een krachtige parlementaire, vertegenwoordigende democratie. De VVD strijdt tegen de dictatuur van de meerderheid en bevordert dat de meerderheid rekening houdt met de opvattingen van de minderheid en met individuele opvattingen. Als staatsvorm steunt de VVD de constitutionele monarchie vervuld door het Huis van Oranje-Nassau. Uitgangspunten hierbij zijn de ministeriële verantwoordelijkheid en de onschendbaarheid van de Koning.
6. De vrije markteconomie
De vrije marktorde is in economische zin de uitdrukking van het liberale uitgangspunt dat het individu zoveel mogelijk naar eigen keuze over zijn lot moet kunnen beschikken. In die marktorde worden vraag en aanbod via het proces van vrije mededinging op elkaar afgestemd. De staat heeft een faciliterende rol en schept het kader waarbinnen de vrije markt opereert. Een vrije markt biedt de meest efficiënte toedeling van arbeid, kapitaal, goederen en diensten en is een voorwaarde voor een optimaal welvaartsniveau. De staat speelt ten aanzien van de vrije markt de rol van marktmeester. De VVD strijdt tegen kartelvorming.
Het door de overheid gegarandeerde eigendomsrecht is een onmisbare pijler onder de individuele vrijheid. De VVD bevordert het particulier eigendom en stimuleert ondernemerschap. De VVD hecht grote waarde aan de groei van wetenschappelijke kennis en technologische vooruitgang. Vooral op het gebied van de duurzame zorg voor natuur, milieu en energievoorziening. Relevante ethische vragen dienen zorgvuldig te worden beantwoord, zonder een onredelijke afkeer van het onbekende.
7. Internationale samenwerking
In de wereld dient de Nederlandse regering op te komen voor het nationaal belang. Zij draagt daarnaast actief bij aan het versterken van een internationale rechtsorde en het beschermen van de mensenrechten. Grondslag hiervoor vormt de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens.
De VVD zet zich in voor wereldwijde vrijhandel. Zij verzet zich tegen tariefmuren, structurele staatssteun en andere vormen van marktafscherming. Ontwikkelingssamenwerking richt zich op het bevorderen van de zelfstandige kracht van mensen in ontwikkelingslanden.
De VVD ziet Europese samenwerking als een effectief middel om vrijheid, welvaart en veiligheid te vergroten; zowel in Nederland als in de andere lidstaten van de Europese Unie (EU). De EU concentreert zich op haar kerntaken door zich te richten op de gemeenschappelijke markt en grensoverschrijdende problemen en kansen. Voor het overige treedt de EU niet in de bevoegdheden van de lidstaten.
De staat waarborgt een sterke defensie in samenwerking met onze bondgenoten en verdragspartners om het hoofd te bieden aan internationale bedreigingen waaronder het terrorisme. Daarnaast speelt de krijgsmacht een belangrijke rol in het handhaven van de internationale rechtsorde.